De Nederlandse kinderopvang wetenschappelijk belicht - Stevige basis, ruimte voor groei!

Eind 2017 verscheen , het nieuwe boek van prof. dr. Ruben Fukkink, bijzonder hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam. Het vat tien jaar wetenschappelijk onderzoek naar de kinderopvang in Nederland samen en geeft weer wat de huidige stand van zaken is. ‘Er is ruimte voor verbetering, maar we mogen trots zijn op de sector.’
De Nederlandse kinderopvang wetenschappelijk belicht - Stevige basis, ruimte voor groei!


Het laatste boek met een wetenschappelijk overzicht van de Nederlandse kinderopvang (De kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang door Van IJzendoorn, Tavecchio en Riksen-Walraven) dateert van 2004. Al even geleden dus. De afgelopen jaren is er bovendien genoeg gebeurd in kinderopvangland om een nieuwe publicatie te rechtvaardigen, aldus Fukkink. ‘De opvang zelf is veranderd, maar ook de kennis die we erover hebben. We weten nu meer over de pedagogische kwaliteit in alle vormen van kinderopvang. Ook zijn er interventiestudies gedaan, die aangeven waar en hoe verbetering mogelijk is. Dit boek vat al het wetenschappelijk onderzoek van de laatste tien jaar samen en geeft een goed beeld van waar we staan. Ook geeft het aan hoe de Nederlandse kinderopvang zich verhoudt tot het buitenland. Een bredere blik is namelijk zinvol. Nederland is maar klein; door internationaal naar elkaars verhalen te luisteren, kun je je eigen kinderopvang beter begrijpen.’

Om direct maar de kern van de zaak te benoemen: hoe staat het er anno nu voor met onze kinderopvang? Fukkink: ‘In de basis doen we het heel goed. De kwaliteit van de leefomgeving in de kinderopvang in Nederland is gemiddeld genomen sterk. De Nederlandse professionals bieden emotionele veiligheid en respecteren de autonomie van het kind. De onderzoeken laten zien dat pedagogisch medewerkers  over het algemeen warm en ondersteunend zijn, goed structureren en grenzen stellen en een veilig groepsklimaat creëren. Dit beeld geldt voor alle Nederlandse opvangvormen. Al met al is dat een prima prestatie, zeker als je bedenkt dat de Nederlandse kinderopvang zich in de afgelopen jaren behoorlijk in zwaar weer heeft bevonden.’

Hoe zet dat Nederland internationaal neer?
‘Zeker wat het voorgaande betreft kunnen we ons meten met het buitenland. Internationaal gezien nemen we een bescheiden middenpositie in. Vergeleken met de kinderopvang in andere landen scoren we gemiddeld: niet heel zwak en ook niet heel sterk.’

Welke verbeterpunten zijn er te noemen?
‘Zoals gezegd is de basiskwaliteit van onze kinderopvang goed. Maar uit de onderzoeken van de afgelopen tien jaar blijkt dat er wel ruimte is voor verbetering, en dan met name op het vlak van het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Binnen onze kinderopvang zijn de activiteiten een iets zwakker onderdeel. Gemiddeld gezien scoort de Nederlandse pedagogisch medewerker bovendien minder goed op gerichte stimulering en instructie van het kind bij bijvoorbeeld de taal- en denkvaardigheid, ontluikende geletterdheid en gecijferdheid. (In Nederland gaan kinderen tot 4 jaar naar de opvang, pas daarna gaan ze naar de kleuterschool, red.) Ook is de vaardigheid in het praten en uitleggen bij sommige pedagogisch medewerkers minder sterk ontwikkeld en blijft gemiddeld genomen de begeleiding van interacties tussen kinderen achter.’

Waarom is het zo belangrijk dat de kinderopvang niet alleen een emotioneel en fysiek veilige maar ook een stimulerende omgeving is?
Voor een optimale ontwikkeling zijn kinderen gebaat bij gerichte stimulans op onder andere sociaal, motorisch, talig en cognitief vlak. Het gaat dan om een brede ontwikkeling vanaf de babyleeftijd en dat vraagt meer dan de inzet van alleen een VVE-programma (een programma voor Voor- & Vroegschoolse Educatie om taalachterstanden te voorkomen, red.). Natuurlijk zijn er kinderen die rust nodig hebben, maar er is ook een categorie kinderen die toe is aan meer stimulans. De stip aan de horizon waar we ons met z’n allen op richten, is kinderopvang die een stevige basis van emotionele veiligheid heeft en waar ook aandacht is voor educatieve kwaliteit.’

Wat is daarvoor nodig?
‘Pedagogisch medewerkers staan voor een uitdaging. Ze moeten oog hebben en houden voor de emotionele behoeften van kinderen en tegelijkertijd het initiatief tonen om ze iets educatiefs te bieden. Dat vereist lef, de durf om leiding te nemen en een plan, een aanpak te bedenken waarmee je kinderen op creatieve manier woordjes, vaardigheden en andere dingen leert. Tegelijkertijd moeten medewerkers blijven observeren wat kinderen aankunnen en zich aanpassen aan hun tempo. Het is niet wenselijk om een klassikale, frontale les geven aan kinderen die er niet aan toe zijn.’  

Lees verder in KIDDO 1 (2018) vanaf pagina 10. Nog geen abonnee? Klik hier.





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]